Wednesday, July 04, 2007

Bij de verkiezingen van 10 juni 2007: waarom links verloor?

Waarom links zijn aantrekkingskracht verliest?

Er zijn wellicht heel wat antwoorden op deze vraag te bedenken. Ik ben ook geen specialist, zeker niet wanneer ik mij vergelijk met de politieke en andere commentatoren die ‘the day after’ op radio en televisie hun deskundgheid tentoonspreiden en breed uitmeten.
Laat ik een stelling formuleren: links verliest zijn aantrekkingskracht omdat het bang geworden is om nog echt links te zijn.
Mensen zijn niet dwaas en ze zien en voelen onmiddellijk aan dat keuzes worden gemaakt op basis van angst. Vanuit die angst heeft men de neiging om zoveel mogelijk te behagen, bijvoorbeeld met leuke flitsende woorden en met mooie of heel slimme BV’s op de lijsten.
En omdat men vooral met perceptie bezig is wordt de ‘linkse’ inhoud verwaarloosd en vergeten.

Een paar voorbeelden om mijn stelling te onderbouwen.
De verkiezingscampagne werd vaak gedomineerd door de liberale sirenenzang over de belastingverlaging. En omdat iedereen uit eigen ervaring (het hemd is altijd nader dan de rok) weet hoe aantrekkelijk deze vaak valse belofte is, durft links deze belofte enkel bijtreden en luid roepen dat ook zij voor belastingverlaging is. Het enige wat links doet, is wat correcties in de marge aanvoeren. Maar geen principieel neen. Als links denkende mens verwacht ik dat links denkende politici de burgers durven informeren over de belastingen en over wat met de belastingen gebeurt aan noodzakelijke en kritische bijsturing van een neoliberale ideologie, die de staat wil ontvetten en vervangen door steeds verdergaande liberaliseringen, die ook door “arme mensen” duur moeten worden betaald. Ik verwacht van zich links noemende politici een hartstochtelijk pleidooi voor eerlijke belastingen, die eerlijk worden geïnd, die eerlijk worden herverdeeld.
Ik heb van de SPa nauwelijks reactie gehoord op de fiscale amnestie voor fraudeurs. Ze hebben zeker geen veto gesteld tegen die onrechtvaardige wet, omdat ze bezeten waren door de fetisj of de heilige koe van “een begroting in evenwicht of zelfs met overschot”, waarvoor ook zij zelfs bereid waren ons patrimonium te verkwanselen.

Het aantal armen is in ons land schrikwekkend toegenomen, en dit na een regeringsperiode van acht jaar waaraan de SPa heeft deelgenomen. Als links denkende mens denk ik: het kan toch niet dat een partij als de SPa er geen principieel breekpunt van maakt om het aantal armen (generatiearmen, structurele en conjuncturele armen) op een zo kort mogelijke termijn bijvoorbeeld te halveren. Als men acht jaar de tijd heeft gehad, dan had dit toch moeten lukken.

Ik verwacht van linkse partijen en politici dat ze eerlijk, rechtlijnig en bovenal integer zijn, ook in hun benoemingspolitiek. Als ik dan zie dat opnieuw de SPa de ogen heeft dichtgeknepen wanneer de Waalse socialistische minister Christian Dupont de directeur van Fedasil Bob Pleysier juist voor de verkiezingen en enkel om puur politieke redenen aan de deur zet en vervangt door een ééntalig Waalse creatuur van Parti Socialiste-signatuur, dan begrijp ik daar niets meer van. En velen denken zoals ik. Ik hoorde deze morgen op de radio door een socialistisch kopstuk zeggen dat het grote verlies van de SPa mee veroorzaakt is door de schandalen binnen de PS, dan wordt dit goed door dit voorbeeld geïllustreerd. Maar in deze heeft de SPa, die ‘neen’ had moeten zeggen tegen het spel van Dupont, dit volkomen aan zichzelf te wijten.

Om niet verloren te lopen in anekdotiek wil ik tot de kern van de zaak komen.
Deze feitelijk rechtse keuzes zijn een teken van wat ik nog veel erger vind: ‘groot’ links durft of wil geen principiële vragen meer stellen bij het neoliberalisme dat als een vanzelfsprekendheid wordt aanvaard ook al overspoelt deze gruwelijke ideologie als een pletwals onze hele wereld.
En wie zijn daarvan de slachtoffers? De arm en machteloos gemaakte mensen hier, maar vooral in de landen van het zuiden. En zouden die mensen niet de eerste bondgenoten en zorgenkinderen van links moeten zijn?
Nu verliest links de verkiezingen ten gevolge van een halfslachtig programma. Wellicht had de SPa evenveel verloren met een meer radicaal links programma (in een samengaan bijvoorbeeld met CAP, Groen! en anderen), maar dan zou het naar mijn aanvoelen een verlies met opgeheven hoofd geweest zijn. Nu is het een verlies met hangende pootjes.

Tien jaar geleden schreef de Franse bisschop Jacques Gaillot een boek onder de titel: “Als de kerk niet dient, dient ze tot niets”.
Ik denk dat ook hetzelfde kan worden gezegd over de politiek.
Politici hebben een verschillende ‘ideologische’ visie op de samenleving. Het is de grote verworvenheid van de (parlementaire) democratie (hoe wankel en mank ze vaak ook loopt) dat deze verscheidenheid wordt beschouwd als een groot goed.
Politici van rechts denken de maatschappij en dus het grootste deel van de mensen het best te dienen door de versterking van het neoliberale wereldwijde globale kapitalisme. Het is hun recht om dat te denken. Maar het is ook hun plicht om die gedachte te toetsen aan de wereldwijde werkelijkheid van armoede, onderdrukking, enzovoort. En hierbij de vraag te stellen: hoe is het gesteld met de feitelijke vrijheid van deze miljoenen? Enkel deze vraag kan liberalen behoeden voor het schijnideaal van een abstracte vrijheid.
Politici van (écht) links denken de maatschappij en de mensen het best te dienen door scherpe vragen te blijven stellen bij de gang van zaken en de huidige machtsverhoudingen. En door de uitbouw van creatieve alternatieven, waarin niet de accumulatie van kapitaal in steeds minder handen de motor is, maar wel de participatie van zoveel mogelijk mensen aan een rechtvaardig verdeelde wereld. Links moet gelijkheid en solidariteit als fundamenteel tegenwicht voor de losgeslagen abstracte vrijheid van het neoliberalisme op de agenda blijven plaatsen, zonder die vrijheid te gaan offeren op het gevaarlijke altaar van een gerealiseerde utopie.
Als zich links noemende partijen van rode of groene signatuur deze dienst niet vervullen, dan dienen ze tot niets. En ik vraag mij terecht of niet terecht af of heel veel mensen dat niet op de een of andere manier hebben ervaren en er zo voor hebben gezorgd dat SPa is afgestraft.


Paul De Witte

Romero en Sobrino

JON SOBRINO en OSCAR ROMERO
Of hoe het Vatikaan zijn martelaren gedenkt!.

Op 24 maart 2007 zal het 27 jaar geleden zijn dat bisschop Oscar Romero op brutale wijze werd vermoord terwijl hij voorging in het vieren van de Eucharistie. Op vele plaatsen, ook in Vlaanderen, wordt het leven en sterven van deze mens nog steeds met groot respect herdacht, omdat heel veel mensen aan de basis van de kerk in de keuzes van deze bisschop hun eigen levensverhaal herkennen. De keuze namelijk voor een bekering van een vaak maatschappelijk vrijblijvende beleving van het christelijk geloof naar een geloven dat zich enkel kan waarmaken in confrontatie met de genadeloze wereld van vandaag, waarvan vooral de arm gemaakte mensen het slachtoffer blijven.
Jon Sobrino was, eveneens na eenzelfde grondige bekering van een Spaans katholicisme naar een bevrijdende en op de armen betrokken theologie, de huistheoloog van Romero geworden.
Na de moord op Romero werd Sobrino ook zijn biograaf. En in die biografie schrijft hij over het grote verdriet van Romero: dat hij door zijn medebisschoppen in de steek werd gelaten, omdat ze hun eigen privilegies veel belangrijker vonden dan de in het evangelie gefundeerde partijdige optie voor de armen.
Door die heimelijke en vaak ook openlijke desavouering van de bevrijdende woorden én daden van Romero hebben zijn collega’s bisschoppen – bewust of onbewust – mee het pad geëffend voor de moord op hun aartsbisschop. Zij hebben mee een sfeer geschapen, waarin de moord op Romero aanvaardbaar werd, “want het is misschien beter dat één mens een gewelddadige dood sterft dan dat het hele volk wordt meegesleurd in een maatschappij omvormend avontuur, waardoor de armen zouden kunnen gaan denken dat ze evenveel rechten hebben als de bevoorrechte schandalig rijke minderheid.”

Vandaag wordt Jon Sobrino door het Vatikaan het zwijgen opgelegd. En daarmee ook de stem van de vermoorde aartsbisschop Romero. De veroordeling van en de theologische moord op Jon Sobrino door de vatikaanse orthodoxe scherpslijpers is een postume goedkeuring van de bisschoppen die 27 jaar geleden hun collega Romero op een zijspoor hebben gezet. In éénzelfde beweging wordt daarmee ook een bevrijdende en gedesacraliseerde lezing van bijbel en evangelie (zoals die in de bevrijdingstheologie een gezicht had gekregen en nog steeds krijgt) veroordeeld. De geschiedenis blijft zich herhalen.

Bisschop Romero werd vermoord tijdens het vieren van de Eucharistie. Dit gegeven is niet alleen een historisch feit, maar vraagt vandaag ook om als metafoor gelezen te worden. Namelijk de metafoor van een geleidelijk duidelijk wordende omslag in het officiële katholieke denken. Of misschien moet ik eerder spreken over een versnelde bekrachtiging van een tendens die al jaren aan de gang is, en die ik wil omschrijven als een ”resacralisering van de christelijke geloofstraditie”.
Jos Vranckx juicht in een commentaar in de Gazet van Antwerpen de vernieuwde nadruk op het sacrale door de leiding van de Katholieke kerk toe, omdat naar zijn mening het sacrale de “core business” van de katholieke variant van het christendom is.
Dit laatste is maar de vraag. Het sacrale is wél de core business van de religie in het algemeen, maar juist niet van de joodse en oorspronkelijk christelijke traditie.
Daar gaat het juist niet om het sacrale, maar om de humaniteit en de gerechtigheid “hier op déze aarde”.
De woorden van de joodse filosoof en Talmoedleraar Levinas vatten dit goed samen:
‘In het feit dat de relatie tot het goddelijke via de relatie tot de mensen verloopt en met de sociale gerechtigheid samenvalt, ligt de hele geest van de joodse bijbel. Mozes en de profeten bekommeren zich niet om de onsterfelijkheid van de ziel, maar om de arme, de weduwe, de wees en de vreemdeling. De relatie tot de mens, waarin het contact met het goddelijke zich voltrekt, is niet een soort “geestelijke vriendschap”, maar een rechtvaardige economie, waarvoor ieder mens ten volle verantwoordelijk is.’

Het is een pijnlijke vaststelling dat dit fundamenteel bijbels inzicht blijkbaar niet alleen van doorsnee katholieken niet mag worden verondersteld, maar zelfs ook niet van katholieke hiërarchen, die gepokt en gemazeld zijn in een sacrale en dogmatische interpretatie van de christelijke geloofstraditie, die hen vaak belet te zien waar het in de bijbel eigenlijk over gaat.

Romero werd dus vermoord terwijl hij voorging in het vieren van de Eucharistie. Wat betekent dit gebeuren als metafoor?
Indien Romero de Eucharistie enkel had beschouwd als een sacraal gebeuren, waarin door de zogenaamde “transsubstantiatie” brood en wijn worden veranderd in het lichaam en bloed van Jezus Christus; indien Romero had geloofd dat de blijvende primaire aanwezigheid van Jezus Christus gelegen is in de geconsacreerde hostie en wijn “in zich”, dan was hij nooit door een doodseskader vermoord geweest. Niemand wordt vermoord ten gevolge van een louter religieuze sacrale aangelegenheid, die steeds maatschappelijk (politiek, sociaal, economisch) vrijblijvend is en dus vervreemdend werkt.
Romero geloofde anders. De blijvende aanwezigheid van Jezus Messias over de grenzen van tijd en ruimte heen, ligt niet in “de geconsacreerde hostie en wijn in zich”, maar in het gebeuren van een christelijke gemeenschap die van “breken en delen” haar core busisees maakt. In het breken en delen van het leven, in de solidariteit met de verarmde slachtoffers van welke systemen ook, daarin wordt het gelaat van de eveneens vermoorde Jezus Messias opgelicht. En op geregelde tijdstippen komt de “gemeente van de Messias” samen om er zichzelf en elkaar aan te herinneren, waarin haar opdracht ligt: dat er leven in overvloed is voor allen die op aarde leven. Daartoe komen ze samen om het Woord van de Schriften te beluisteren en om brood en wijn met elkaar te delen. In die symbolische act spreekt de christelijke gemeente haar opdracht uit, maar ook haar hoop en haar verwachtingen.

Om deze keuze – met alle consequenties van dien – is 27 jaar geleden Romero vermoord.
Om diezelfde keuze en om de blijvende trouw aan die keuze wordt nu ook Jon Sobrino theologisch uitgeschakeld. Ik weet niet welke van de twee het ergste is.
Maar christenen aan de basis, die in de noodkreet van de arm gemaakte mensen de Stem van hun God beluisteren, de Stem die nergens anders sterker weerklinkt dan daar –
- want overal elders waar wij God zouden zoeken, is een alibi, een ontsnapping, een verdoving, een uiterst ingewikkelde begoocheling – die christenen kunnen en mogen niet zwijgen over het onrecht dat hun medebroeder Jon Sobrino wordt aangedaan.
Zij kunnen alleen maar zeggen: hier zijn we, wij staan achter jou, blijf trouw aan de weg die je hebt gekozen. Wij willen er zijn voor jou. Want jouw geliefde broeder aartsbisschop Romero mag niet worden vergeten.
Romero. Presente!

Paul De Witte